Vandaag met heerlijk weer een mooie wandeling gemaakt door de Rottige Meente, een natuurgebied in de gemeente Weststellingwerf, ten westen van Wolvega, De Westhoek.
De Friese veenpolders – Brandemeer en Rottige Meente – waren minder dan een eeuw geleden het toneel van mensonterende omstandigheden, nu zijn het rijke natuurgebieden. Een uitbundig planten- en dierenleven, met in Rottige Meente zelfs otters die vanuit de nabijgelegen Weerribben zijn komen aanzwemmen. Drie Friese natuurparels, met dank aan de veenarbeiders.
De mannen zwoegden van donker tot donker in het natte laagveen om zo veel mogelijk turven uit de bodem te halen. Genieten was er voor de veenarbeiders niet bij. Turfwinnen was méér dan hard werken. Het landschap dat zij achterlieten is wel degelijk om te genieten. De uitbundige natuur van de veenpolders is een mozaïek van water en land, riet en trilvenen, bloeiende graslanden en petgaten.
We maakten dan ook een mooie wandeling en dronken een glaasje in de tuin van de watermolen de Rietvink.
Bezoek aan kasteel Olt Stoutenburght waarin een expositie van Rinny Siemonsma.
In plm 1990 begon Gregorius (Gerry) Halman aan zijn project; hij bouwde een kasteel. Geen kleintje, nee een echte! tekeningen had hij in zijn kop, duizenden stenen gingen door zijn handen. Gerry: “Mien grootste vijand heft vier pootn, de stoel. Ik kan niet stille sittn”. Diep respect voor deze man.
In het kasteel momenteel, week 36 2022, een expositie van Rinny Siemonsma, een Kunstschilder uit Wolvega, die ik rond mijn 21e leerde kennen. Hij als schilder en natuurmens, ik als fotograaf en natuurliefhebber. we trokken de natuur in en experimenteerden in zijn Atelier in Nieuw Lindenoord met stillevens. Hij tekenen of schilderen en ik fotograferen. Voor mij een mooie gelegenheid om het kasteel te fotograferen en Rinny zijn werk weer eens te zien. Anna strikte natuurlijk de kasteelheer om samen op de kiek te gaan;)
Gaan jullie mee? pas op hoor, de trappen in het kasteel hebben hoge smalle treden!!
“De iene is de aandere niet” was een gevleugelde uitspraak van Rinny, als er weer eens over iemand werd gekletst, Hij liet iedereen in zijn waarde
Deventer ben ik eerder geweest, met Anke. Een prachtige stad waar we het ontzettend naar onze zin hadden. Foto’s van toen, vooral van de stad zijn te vinden in het blogarchief.
Nu is het me meer te toen om de camping. Deze is zo uniek gelegen, in het plantsoen De Worp, achter het IJsselhotel. En met het pontje ben je zo de IJssel over en hup in de stad. Maar die camping, nergens anders zie je zo’n bonte verzameling kampeermiddelen, vooral campers, omgebouwde brandweerwagens en ambulances of “gewone”omgebouwde bestelauto’s. Maar ook hele mooie antiekjes. Ook hun bewoners, bijzonder, apart en óók mooie antiekjes. Hieronder de foto’s. De meeste foto’s gemaakt door Anna.
Ga je mee?
Deventer by nightons nieuwe sunscreen voldoet goed, wat meer schaduw op hete dagen en wat meer privacy bij grote druktezo kan ’t ook
Via Luxemburg naarde Drôme en langs de Ardèche weer terug
Op 15 mei vertrokken we vroeg uit Heerenveen, onze eerste echte campertocht. De reis verliep voorspoedig, we dronken koffie onderweg en waren zeer tevreden………..tot…….. vlak voor de tunnel bij Swalmen in Limburg, het vermogen van de diesel ineens weg viel en we niet sneller konden dan 60 km/u. (noodloop). Ik wilde zo natuurlijk niet de tunnel door en we zochten de vluchtstrook op en belde de ANWB, die zeer snel ter plaatse was. De wegenwacht begeleidde ons naar de dichtstbij zijnde camping en vandaar uit konden we een dealer in Venlo inschakelen, die ons uiteindelijk heeft kunnen helpen. Oorzaak, een corrupt stekkertje op een sensor.
Na dit te hebben doorstaan trokken we verder, Vianden in Luxemburg was ons doel. Na een stevige rit vonden we de ons geadviseerde camperplaats aan het riviertje de Our, vlak aan het water, een hele fijne plek, superschoon sanitair en afrekenen aan de infozuil.
Vianden is een mooie stad, maar het viel erg op dat er bijna geen winkeltjes meer open waren, dat de enkele terrasjes die nog open waren bijna leeg waren, terwijl er toch toeristen genoeg rondliepen.
Maar goed, verder. ons doel was Langres. En weer faalde de techniek, bij Thionville, hartstikke druk op de snelweg, stromende regen, en ineens geen ruitenwissers meer, even laten hield de diesel er mee op. We konden nog net uitrijden tot op het verdrijvingsvlak, en het verkeer raasde aan alle kanten om ons heen. Via de ANWB (hulde) en politie werden we afgesleept.
Op voorspraak van de ANWB werden we na een tussenstop in Thionville door de sleepdienst naar Bayon gebracht, 120 km verder op. (ws is dat bedrijf gecontracteerd door de ANWB. Diagnose: kapotte dynamo, kostbaar grapje dus, en tot overmaat van ramp kon dat pas ’s maandags worden vervangen. Dat werd dus camperen op de weinig aantrekkelijke parking van die garage, tussen de uitgebrande autowrakken. Maar hoe dan ook, we blijven lachen.
Natuurlijk namen we de gelegenheid ten baat om even het plaatsje Bayon te verkennen. Toen de klus geklaard was zijn we even naar een naburige camping verkast om even bij te komen van dit avontuur.
En het plannen van de route naar Langres.
Langres, ik ben er vaker geweest, en ik kom er graag, hoog op een heuvel gelegen omringd door een zware muur die je helemaal kunt bewandelen. De Municipalcamping is gelegen óp die muur nabij tour de Navarre, een voormalige munitieopslagplaats en Langres was de hoofdstad van de geromaniseerde Keltische stam Lingones, toen nog Andematunnum genoemd en stamt al van voor de Romeinse tijd. De versterkte binnenstad wordt omringd door 12 torens en 7 poorten. Ten zuiden hiervan ligt de negentiende-eeuwse citadel waarvan de restauratie in 2007 volledig is afgerond. Langres was de geboorteplaats van Denis Diderot, de hoofdbewerker van de Encyclopédie die een mijlpaal van de Franse Verlichting zou worden, en van Jeanne Mance, een van de stichters van de Canadese stad Montreal.
Jeanne Mance, stichter van Montréal, CanadaDenis Diderot, de verlichting
We vermaakten ons prima in Langres, we liepen de hele stad rond over de verdedigingsmuur , hadden vanaf die muur een geweldig uitzicht over de omgeving en in de stad veel vertier en talloze winkeltjes. En dat allemaal vanaf de Municipalcamping met uitstekende voorzieningen.
De duiventil, op de stadsmuur gelegen. Werd vroeger gebruikt voor de postduiven.
We wilden verder. Ik wil Anna graag de Jura laten zien, en we reden via Ornans naar Lods, aan de rivier Loue. op de municipal is de ingang van een niet gebruikte spoortunnel, waar je vroeger in kon lopen, heel donker en sinister, maar nu jammer genoeg afgesloten met een hek.
Aangezien de temperatuur begon op te lopen naar echt Franse waarden kregen we zin om bij het water te gaan staan. De keus was gevallen op Lac Vouglans, een stuwmeer in de Ain, op de flank van de Jura, een ritje van goed 100 km. Een prima camping, en een fijn meer met dito strand, waar we heerlijk hebben gezwommen. Wel jammer dat je via een wat moeilijk begaanbaar pad/trap naar het strand moest, vooral de weg terug bracht ons buiten adem.
Het rijden met de camper ging geweldig, m’n co-piloot naast me en Sem op de dinette-bank. Mijn blik op de navigator. Een Garmin, die me matig voldeed en ik inmiddels weer heb verkocht. Nu een vertrouwde TomTom-Camper. De tolpoortjes ook zonder moeite genomen. Dat vond ik eerst wel spannend, maar die dingen zijn de laatste jaren zo verbeterd en duidelijk geworden, het kan niet meer fout gaan.
Verder naar het zuiden, de navigatie ingesteld op Crest, aan de rivier de Drôme. We vonden daar een leuke camping, met zwembad en aan de Drôme, op slechts 10 minuten lopen van het stadje Crest. We vonden een prima plekje en bezochten uitgebreid de winkelstraatjes van Crest, We ontmoetten een groepje kinderen die meteen verliefd raakten op Sem. We hebben de trappen naar de toren niet beklommen, leek ons geen goed plan met ruim 30 graden.
De DrômeDe Drôme met op de achtergrond de syncline van Saou, een bijzonder geologisch verschijnsel, eigenlijk een soort omgekeerde berg.
En verder, de Ardèche moet het worden. ’t was maar 100 km, maar mensenkinderen, wat een ongelofelijke hobbelweg. Ik heb alle bordjes en kopjes in de camper gehoord. We vonden een camping, mét strandje aan de Ardeche, op een steenworp van de Arc. En wat was het daar verschrikkelijk mooi. De camping was een beetje shabby, met hele aardige beheerders die overal de lol van inzagen. Maar we stonden heerlijk vrij. Het zwemmen in de Ardèche was verrukkelijk, en het zwemmen ónder die boog een onvergetelijke ervaring.
ook Sem genoot met volle teugen.
We besloten weer wat verder naar het noorden te gaan, dit mede gezien de fragiele gezondheid van Anna haar moeder. we zetten koers naar Saint Vallier aan de Rhone. Maar eerst moesten we nog een traject langs diepe ravijnen rijden. Ik herinnerde me Saint Vallier alls een levendig stadje, maar daar is in de loop der jaren weinig van overgebleven. De municipalcamping is wel ok, gelegen aan de Rhone, waar je fijn kunt wandelen.
Het lag in de bedoeling om verder naar het noorden te gaan en wilden een omweg maken om via de Morvan te rijden. we ontdekten daar nog campings aan een mooi meer en de Morvan is ook een schitterende streek (Nationaal Park). Maar toen kwam het bericht dat het met Anna haar moeder toch een stuk minder ging, en we besloten dat we linea recta via de autoroute op huis aan gingen. De Morvan kon wel wachten en ook de koffieafspraak met pres. Macron hebben we afgezegd. vonden we toch al niet zo belangrijk.
Dus zoals gezegd, we pakten de autoroute, reden langs de kerncentrale aan de Rhône, door de donkere tunnel in Lyon en arriveerden 600 km later in Arlon, waar we overnachtten.
In Arlon stonden we op een hellend vlak, maar verder was de camping OK
De volgende dag vroeg weer weg, de laatste 300 km naar huis. We hadden, ondanks de tegenslag in het begin een fantastische vakantie, het camperen is ons ook ontzettend goed bevallen. Alleen, volgende keer wel een electrische fiets mee, want heuveltjes óp fietsen?……….. niets voor mij.
Anna haar mem (volgende week wordt ze 92 jaar) is nog steeds in ons midden, de corona crisis lijkt voorbij dus we kunnen weer een Moederdag vieren. En hoe kun je dat beter doen dan aan boord van één van de schepen van rederij Princenhof uit Eernewoude. Het is stralend weer, zonnetje schijnt, dus….. trossen los, daar gaan we.
Nienke helpt mem op haar plek wij zoeken zelf een plekje en Marrit ziet het allemaal wel zitten.
Mem vindt het maar wát mooi.
Mem neemt een cadeautje in ontvangst en Anna heeft weer lol.
En dan gebeurt het ….. onder tromgeroffel verrijst vanuit het niets, nou ja, vanuit de vloer, een heerlijk buffet en terwijl de fotograaf z’n opnames even checkt kan er aangevallen worden. Het ziet er allemaal geweldig uit.
Het ziet er allemaal geweldig uit, en het smaakt dito. Yvonne en Jelle vermaken zich ook prima. En mem?, die geniet met volle mond eeeeh teugen.
En terwijl Anna nog even een zonnetje pikt op het achterdek en ik nog even een blik over mijn schouder werp zijn we alweer aan het eind gekomen van deze vaartocht. Het was geweldig leuk.
Het campertje weer gestart om ons naar Hattem te laten brengen. Hattem is een oud Hanzestadje, net onder Zwolle, Gelderland dus. De camperplaats is gelegen aan de jachthaven van Hattem. Anna selecteerde deze plek uit de top tien van mooiste camperplekken. Het was die dag rustig, plaats zat. We genoten van het uitzicht op de haven en een ruime blik over de uiterwaarden. En, niet onbelangrijk, we plukten de vruchten van ons zonnepaneel, we hoefden niet aan de (stroom) paal en konden toch genieten van koffie en afbakbroodjes. Heerlijk ontbijten.
De volgende dag zijn we het stadje ingetrokken en wat was dat leuk, een prachtige poort, schitterende pleintjes, geveltjes en leuke winkelstraatjes. Kijk maar even mee.
ook buiten de stadswalprachtig stadje
waarover spraken zij?kleur en fleur
Grappig, in Frankrijk zie je op het stadhuis (Hotel de Ville) altijd de nationale, departementale en de stadsvlag hangen, in Hattem dus ook.
Een selfie mag niet ontbreken natuurlijk
Dan even met Sem door de uiterwaarden naar de IJssel. Sem vermaakt zich kostelijk met een stuk hout.
Dan…. zit het er weer op, we rijden terug naar huis even een blokje om via Wapenveld, om even in de kop van de Veluwe te lunchen, en vervolgens terug naar huis.
We hadden er naar uitgekeken, in het vroege voorjaar een weekje naar de warmte. Het werd Gran Canaria ongeveer 230 km vanaf de Sahara en 3.350 km vliegen. We vertrokken vanaf Eelde, heerlijk relaxed. Relatief goedkoop parkeren op 2 minuutjes lopen naar de vertrekhal en géén drukte en moeilijke toestanden. Daar stapten we aan boord van de Boeing 737 en begon het 4,5 uur stilzitten. Op de Aeropuerto de Gran Canaria pikten we moeiteloos ons huurautootje op en reden zo’n 30 km naar ons hotel, Bull Costa Canaria in San Agustin. Mooi op tijd om ons even te settelen, een bakje koffie uit ons eigen mini koffiezettertje en op naar het restaurant waar ons een verrukkelijk diner wachtte.
De volgende dag hebben we een beetje in de omgeving gewandeld en op de namiddag nog even naar een havenstadje gereden Arguineguin, zo’n 25 km vanaf San Agustin.
De volgende dag, ’t was Zondag, een tour naar Puerto de Mogán, aan de zuidwest kust. Erg toeristisch, dat wel, maar prachtig mooi met talloze doorkijkjes en een soort van kanaal.En natuurlijk terrasjes waar ze tot mijn verrassing lekkere koffie verkochten. En wat we er ook zagen………… de Yellow Submarine…….. echt waar.
Gaan jullie mee?
Op de zelfde dag ’s avonds nog even naar Playa la Caleta gereden. even rondgeneusd, maar het weer werd minder, wolken en harde wind.
Alweer maandag, na het uitbundige ontbijt in het huurautootje gekropen om een bezoekje te brengen aan het roemruchte Playa des Inglés, op een paar kilometer van ons hotel. Vanaf de promenade ook uitzicht op de aangrenzende duinen van Maspalomas. Het is daar erg druk en toeristisch, met ontzettend veel winkeltjes.
In de middag van dezelfde dag nog wat in de tuin van het hotel geluierd, gezwommen en even langs de strandboulevard gewandeld
Zo tussen de bedrijven door genieten we van ons hotel, de uitbundige diners, de hoteltuin en de omgeving. Anna verzamelt zaden (die geel rode dingen). Straks palmen in onze tuin?